Eric liep door het bos en vroeg zich af hoelang het ook alweer geleden was dat men naar Mars was verhuisd. Een hele tijd geleden, aan de lengte van de bomen te zien. Hij moest zijn geschiedenisboeken nog eens doorbladeren, als hij van plan was alles met Mars te vergelijken. Oh, ja, die dingen waren nog op Mars. Maar wie had nu nood aan kloppende informatie, als je Eric was en goed kon zeiken over van alles en nog wat? Op den duur luisterde niemand sowieso nog, dus er was niemand om te verbeteren. Nu vond Eric het ook best leuk om anderen te verbeteren. Uiteindelijk was het mierenneuken in een andere vorm. Niet letterlijk, hoor. Maak je vooral geen zorgen. Hoe dan ook.
Nog een punt waarover hij een discussie met zichzelf voerde, was waarom er in godsnaam nog zo veel frisse lucht was op een planeet die algemeen als “verkloot” werd gezien. Merkten ze dat dan niet? Allemachtig, ze waren nog meer achterlijk dan Eric voor mogelijk had gehouden. In zijn opinie zou je toch wel een paar keer moeten gaan kijken hoe het met die planeet gesteld was? Wat een stel achterlijke ventjes waren dat toch. Oké, dat was allang bekend. Anders deed je toch wel iets ergers dan problemen verwijderen? Iets definitief uit de weg ruimen, bijvoorbeeld. Afschrikmiddel, een voorbeeld stellen. Maar nee, natuurlijk niet. Ze werden op één of andere planeet gedumpt.